Waarom succes?

WAAROM VACULESS IN COMBINATIE MET BORSTVOEDING EEN SUCCES IS

1. Afkolven en bewaren van moedermelk
2. Joalieke® speen:  smalle basis met extra klein gat
3. Zijligging (net als aan de borst)
4. Geen last van ‘vacuüm zuigen’ (net als aan de borst)
5. Geen lucht (net als aan de borst)
6. Veilige bijvoedingsmethode
7. Wetenschappelijk aangetoond: de zelfde meetwaarden als aan de borst
(zuig- slik- ademhaal ritme, saturatie, aantal slokken tussen ademhalingen in)

1. Afkolven en bewaren van moedermelk

De voedingszakjes van VacuLess zijn prima te gebruiken om afgekolfde moedermelk veilig te bewaren. De zakjes zijn voorgesteriliseerd en direct te gebruiken in de VacuLess fles. De voedingszakjes zijn af te sluiten met de VacuLess afsluitclips. Bij gebruik van de VacuLess kolfadapter, die past op alle gebruikelijke kolfsystemen, komt de moedermelk direct tijdens het kolven in het voorgesteriliseerde voedingszakje. Dit scheelt de moeder tijd in het uitkoken van kolfflessen.

Joalieke speen

2. Joalieke®speen:  smalle basis met extra klein gat

Uit verschillende testen, gedaan met VacuLess bij kraamcentra en pre-verbale logopedisten, bleek dat alle op de Nederlandse markt beschikbare spenen te snel gaan voor veel baby’s. Pasgeboren baby’s die bijgevoed moeten worden,  omdat bijvoorbeeld de moedermelk nog niet goed op gang is, zijn gebaat bij een speen waarbij het gat kleiner is en waarbij ze moeten ‘werken’.

Daarom heeft VacuLess een nieuwe speen ontwikkeld en samen met een vooraanstaand pre-verbaal-logopediste Joalieke Sijbesma-Bömke. De startersspeen (‘slow’) heeft een extra klein gat. Zodra de borstvoeding goed op gang is, en de ‘flow’ van de moedermelk sneller loopt, kan desgewenst overgestapt worden op een snellere speen.

De Joalieke speen heeft bovendien een smalle basis, omdat uit ons onderzoek bleek dat het drinken uit een smalle basis speen een betere drinktechniek ondersteunt dan een brede basis speen. Brede basis spenen hebben het nadeel dat veel baby’s de speen niet ver genoeg achter in de mond kunnen krijgen. Voor een goede drinktechniek is het belangrijk dat de speen, net als bij de borst, tot in het holletje van het gehemelte achter in de mond kan komen.

3. Zijligging

Tijdens de borstvoeding drinkt de baby in zijligging. Als de baby bijgevoed wordt met de VacuLess fles (of bij combinatie borst- en flesvoeding), dan kan de baby desgewenst óók in zijligging gevoed worden, zonder dat de baby lucht binnen krijgt. De snelheid  (‘flow’) van de voeding is bovendien steeds hetzelfde, omdat de fles horizontaal gehouden wordt en de zwaartekracht geen enkele rol speelt.

Daarnaast is zijligging de beste houding voor (te vroeg of) pas geboren baby’s. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat deze natuurlijke houding voor baby’s het meest gewenst is omdat:

er een betere longuitzetting kan plaats vinden;

de baby niet tegen de zwaartekracht in hoeft te ademen (borstkas);

de baby kan pauzeren en op adem komen wanneer zij of hij dat wil.

Op de standaard manier van flesvoeding kan de baby tijdens het pauzeren per ongeluk een druppel melk in het keelgat krijgen, waardoor het (reflexmatig) gedwongen wordt door te drinken, terwijl het daar nog helemaal niet aan toe was. De baby kan hierdoor eerder uitgeput raken van het drinken. In zijligging komt een eventuele druppel melk in de wangzak, wat geen enkel probleem veroorzaakt.

4. Geen last van ‘vacuüm zuigen’

De VacuLess fles trekt geen vacuüm, zoals dit het geval is bij andere flessen als bijvoorbeeld de speen of de onderkant te strak op de fles geschroefd wordt. Hierdoor kan de baby blijven drinken en komt de voeding steeds in dezelfde snelheid (‘flow’). Baby’s die borstvoeding krijgen zijn niet gewend aan ‘vacuüm-zuigen’. Daarom is een systeem, zoals VacuLess  ideaal, indien borstvoeding  (noodgedwongen) gecombineerd wordt met flesvoeding.

5. Geen lucht

Doordat voor de voeding de lucht uit de VacuLess fles (het voedingszakje of de voedingskoker) gehaald wordt, slikt de baby absoluut geen lucht, zelfs als de fles leeg is.

Ook in zijligging ‘drinkt’ de baby geen lucht.

Reguliere fles Vaculess fles

Let op: In het algemeen (dus óók bij borstvoeding) is het zo, dat elke keer als een baby opnieuw begint met drinken, de eerste hap lucht is. Dus hoe vaker de speen (of borst) uit de mond gehaald wordt, hoe meer lucht de baby ‘drinkt’. Bij flessen die slecht ontluchten zal een baby vaker de speen uit de mond hebben (om de fles uit z’n vacuüm te halen). Bij deze flessen zal een baby automatisch meer lucht slikken, waardoor boertjes, krampjes en spugen meer voorkomen.

6. Veilige bijvoedingsmethode

Als de moeder borstvoeding wil geven, maar er moet noodgedwongen bijgevoed worden, dan wordt dit vaak gedaan met een cupje (cupfeeding), of middels ‘fingerfeeding’ (met een spuitje in mondhoek of sondeslangetje aan de vinger).  Helaas is dit niet altijd de meest veilige manier van bijvoeden omdat dit nogal expertise vergt (niet ‘gieten’, alleen een heel klein beetje spuiten als baby zuigbeweging maakt). Een ervaren kraamverzorgende heeft dit misschien goed onder de knie, maar dit is niet voor iedereen weggelegd. Door eerder genoemde eigenschappen van de VacuLess fles, maar met name door de mogelijkheid van zijligging en de eigenschappen van de speen (kleiner gat, smalle basis) kan VacuLess gezien worden als een uitermate veilige manier van bijvoeden.
Zodra de bijvoeding overbodig is geworden kan zonder probleem de borstvoeding helemaal zijn werk doen!

7. Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het voeden met het een zakje in de fles (het zogenaamde ‘disposable bottle-systeem’) het meest overeenkomt met borstvoeding.

In het onderzoek werd het volgende onderzocht:

zuig- , slik-, ademhaal ritme;
zuurstofgehalte in het bloed (saturatie) en hartslag;
aantal slokken tussen de ademhalingen in.

Baby’s die van de borstvoeding overgingen naar de gewone fles vertoonden een hoger hartritme, een lagere saturatie,  een verstoord zuig-, slik-, ademhaal ritme en namen meer slokken. Toen deze baby’s overstapten op een fles met een zakje normaliseerden deze waarden zich weer naar de waarden die tijdens de borstvoeding waren gemeten.